Duiventil(t) { 23 images } Created 29 Dec 2011
Duiventil(t) - tekst Marijn Sillis
http://www.marijnsillis.be/
De Kempen vormen een paradijselijk oord waar riviertjes nog meanderen, en locals lachen met schelle klanken. Waar maïstakken nog onbelemmerd wapperen, en burgers in tijden van uit paardenvlees geboetseerde koeien duiven melken. Het is er kom kom kom van hier en roekoe van ginder, en puurder dan de blauwe geschelpte in het besmeurde kot en de grijzende liefhebber in zijn verstijfde voorschoot zal ons uit tristesse opgetrokken landsdeel wellicht nooit worden.
De duiventil slaat tilt, het duivenlokaal verstilt: de moderne melker heeft het over efficiënt opgetrokken hokken, geëvolueerde volkssport en gegoede Japanners. Maar ondanks zuuroprispingen veroorzaakt door buitenstaanders die de sport tot nostalgie degraderen, beseft ook hij diep vanbinnen dat er niets mooier is dan met fluitjesbier overgoten zondagmiddagen in duffe barakken.
De duivensport zit soms gekneld in een meewarig omschreven keurslijf, een met schertsende clichés gepenseelde karikatuur, en de verweerde koten afdoen als de enige realiteit is flink met de zilveren haren getrokken. Maar de sport blijft gefundeerd op bedaarde mannen-op-leeftijd, gestut op aftandse tillen – de duivensport op zijn mooist vind je in Kempische achtertuintjes en daar heeft ironie of spot geen uitstaans mee. Het is slechts een kwestie van integere, Vlaamse schoonheid. (Vraag het maar aan fotograaf Joren De Weerdt.)
http://www.marijnsillis.be/
De Kempen vormen een paradijselijk oord waar riviertjes nog meanderen, en locals lachen met schelle klanken. Waar maïstakken nog onbelemmerd wapperen, en burgers in tijden van uit paardenvlees geboetseerde koeien duiven melken. Het is er kom kom kom van hier en roekoe van ginder, en puurder dan de blauwe geschelpte in het besmeurde kot en de grijzende liefhebber in zijn verstijfde voorschoot zal ons uit tristesse opgetrokken landsdeel wellicht nooit worden.
De duiventil slaat tilt, het duivenlokaal verstilt: de moderne melker heeft het over efficiënt opgetrokken hokken, geëvolueerde volkssport en gegoede Japanners. Maar ondanks zuuroprispingen veroorzaakt door buitenstaanders die de sport tot nostalgie degraderen, beseft ook hij diep vanbinnen dat er niets mooier is dan met fluitjesbier overgoten zondagmiddagen in duffe barakken.
De duivensport zit soms gekneld in een meewarig omschreven keurslijf, een met schertsende clichés gepenseelde karikatuur, en de verweerde koten afdoen als de enige realiteit is flink met de zilveren haren getrokken. Maar de sport blijft gefundeerd op bedaarde mannen-op-leeftijd, gestut op aftandse tillen – de duivensport op zijn mooist vind je in Kempische achtertuintjes en daar heeft ironie of spot geen uitstaans mee. Het is slechts een kwestie van integere, Vlaamse schoonheid. (Vraag het maar aan fotograaf Joren De Weerdt.)